Terreno en Las Tiesas

Perceel in Villena, nabij Peña Rubia en dicht bij de tennisclub. Het heeft een oppervlakte van 10.372 m² waarbij 2% van het perceel kan worden bebouwd. Het perceel beschikt over irrigatiewater en een kleine wateraansluiting. Momenteel zijn er geen gewassen geplant. Het is rechthoekig van vorm en goed bereikbaar, hoewel de laatste 50 meter naar het perceel ongeasfalteerd is. Metingen zijn uitgevoerd met gegeorefereerde gegevens, klaar om te worden gedocumenteerd.

Villena is een gemeente en stad in de Comunidad Valenciana. Gelegen in het noordwesten van de provincie Alicante, grenst het in het westen aan de regio Murcia en Castilla-La Mancha, en in het noorden aan de provincie Valencia. Het is het centrum van de comarca Alto Vinalopó en is met een hoogte van 504 m boven zeeniveau en een gemeentelijk gebied van 345,6 km² de op een na grootste van de provincie. In 2020 telde Villena 34.155 inwoners, wat het de elfde meest bevolkte gemeente van Alicante maakt en de eenentwintigste in de Comunidad Valenciana.

Er is bewijs van bewoning in de regio sinds het Midden-Paleolithicum. Discussie bestaat of de huidige stad dateert uit de Visigotische periode of eerder, maar zeker was de stad er in de 11e eeuw tijdens de Moorse heerschappij. Na de christelijke verovering werd het een heerlijkheid, prinsdom, hertogdom en uiteindelijk markizaat, totdat de bevolking gesteund door de Katholieke Koningen in opstand kwam tegen de markies. In 1525 verleende Karel V het de stadstitel. Dit was het moment van de grootste economische welvaart, zoals blijkt uit de monumenten die tot op heden bewaard zijn gebleven. Vanaf de 16e eeuw brak een periode van rust aan, enkel onderbroken door oorlogen waarin dit deel van Spanje betrokken raakte. In 1833 wisselde Villena van het Koninkrijk Murcia naar het Koninkrijk Valencia, door de provinciale herindeling van dat jaar, die de stad in de provincie Alicante integreerde. Hoewel in 1858 een spoorwegstation werd geopend, bleef de economie tot het landelijke vertrek in de jaren zestig overwegend agrarisch. Sindsdien is het economische model snel veranderd en tegenwoordig is de economie voornamelijk gebaseerd op de dienstensector en de industrie, waarbij vooral de schoenen-, bouw- en meubelindustrie opvallen.

De stad bewaart een belangrijk historisch ensemble, bestaande uit twee kastelen, diverse kerken, kapellen, paleizen en pleinen, evenals een belangrijk museaal erfgoed, waarbij het archeologisch museum José María Soler opvalt. Tot de belangrijkste culturele evenementen behoren de festiviteiten van Moren en Christenen, de Middeleeuwse Festiviteiten en de competitie van Jonge Intepreten Ruperto Chapí.